Het GNU-project werd in september 1983 opgestart door Richard M. Stallman om een besturingssysteem te creƫren met alleen Vrije Software. De softwareontwikkeling begon in januari.
Om het GNU-project administratief, juridisch en logistiek te ondersteunen richtte Stallman in oktober 1985 de FSF op. Deze organisatie helpt ook om het GNU-project te verspreiden en beter bekend te maken. De belangrijkste licenties van het GNU-project zijn de GNU General Public License (GPL) en de GNU Lesser General Public License (LGPL, oorspronkelijk was dit de GNU Library General Public License). Dit zijn ondertussen veruit de meest gebruikte licenties voor Vrije Software.
Het GNU-project bestaat uit een groot aantal subprojecten die worden beheerd door vrijwilligers, bedrijven of een combinatie van beide. Deze subprojecten noemt men "GNU projecten" of "GNU packages".
De naam van het GNU-project komt van het recursieve acroniem "GNU's Not Unix". Unix was een zeer populair besturingssysteem in de jaren '80. Stallman maakte GNU zo compatibel mogelijk met Unix om de overgang naar GNU voor de gebruikers te vergemakkelijken, al stelt het acroniem heel duidelijk dat ze niet verwant zijn. In tegenstelling tot Unix is GNU Vrije Software.
Aangezien GNU Unix-achtig is, kreeg het een modulaire structuur. Hierdoor kan software van derden makkelijk ingevoegd worden. Tegenwoordig gebruiken veel mensen een kernel, Linux genoemd, van een derde partij in hun GNU-systeem. Veel mensen noemen deze GNU-variant "Linux", waardoor het GNU-project en zijn strijd voor Vrije Software te weinig genoemd worden. FSFE vraagt dan ook om de term "GNU/Linux" of "GNU+Linux" te gebruiken als je naar deze systemen verwijst.
Veel meer informatie vind je op de website van het GNU-project www.gnu.org.